Swimm Binnenzwembaden: Ontwerp & Planning
Swimm zwembaden zijn veelzijdig ontworpen voor zowel binnen- als buitengebruik. De installatie van een Swimm zwembad in een binnenruimte vereist zorgvuldige planning en samenwerking met architecten en aannemers om een naadloze integratie te garanderen. Dit document verkent de cruciale aspecten die overwogen moeten worden bij het bouwen van een binnenzwembad met Swimm.
Hoofdstukken
Vroege planning en overleg
Leidingwerk en filterinstallatie
Luchtontvochtigingssystemen
Architecturale overwegingen
Conclusie
FAQ
1. Vroege planning en overleg
Een Swimm binnenzwembad is géén “product + hal eromheen”, maar een volledig bouwkundig project. Daarom begint een goed ontwerp altijd met een vroeg driegesprek tussen:
- Swimm (zwembadtechniek, afmetingen, energie, stroming),
- de architect (ruimte-indeling, constructie, uitstraling),
- de aannemer/installateur (fundering, elektra, klimaat, uitvoerbaarheid).
In deze fase leg je de grote lijnen vast:
- Locatie van het bad in het gebouw (kelder, aanbouw, bijgebouw).
- Globale afmetingen en diepte van het zwembad.
- Waar de technische ruimte komt (filter, pompen, ontvochtiger).
- Hoe bewoners het bad straks gebruiken (dagelijks trainen, ontspannen, revalidatie, combinatie met sauna).
Belangrijk ontwerppunt: voor een binnenzwembad is altijd een omgevingsvergunning nodig, omdat er een bouwkundige constructie bij komt (aanbouw, hal, overkapping). De architect stemt dit af met de gemeente; een goed startpunt daarvoor is een oriënterend gesprek op basis van de regels rond zwembadvergunningen.
overweeg je nu toch nog een buitenzwembad dan hebben we daar ook een duidelijk blog over gemaakt die de verschillen tussen een binnen en buitenzwembad nog eens voor je op een rij zet.
2. Leidingwerk en filterinstallatie
Bij een binnenzwembad zie je de techniek liever niet – maar hij moet wel goed bereikbaar zijn. Dat vraagt om slim ontwerp in de ruwbouwfase.
Belangrijke keuzes:
- Technische ruimte
- Bij voorkeur direct grenzend aan het zwembad (minder leidingverlies, minder warmteverlies).
- Groot genoeg voor filter, pompen, automatische waterbehandeling en eventueel warmtepomp en ontvochtiger.
- Met een logische route voor service: een monteur moet er later zonder hak- en breekwerk bij kunnen.
- Leidingtracés
- Mantelbuizen voor aanvoer/retour, stroomkabels en signaalkabels worden al in het beton of de vloeropbouw meegenomen.
- Sparingen in wanden/plafonds moeten in het bouwkundig ontwerp getekend zijn, niet “ad hoc” op de bouw ontstaan.
- Akoestiek en geluid
- Pomp- en ventilatiegeluid wil je niet in woonkamer of slaapkamers horen.
- Daarom: techniek niet direct achter een hoofdslaapkamerwand, en bij voorkeur op trillingsdempers plaatsen.
Bij binnenprojecten is Swimm meestal mee betrokken aan de plannen van een technische schets waarin leidingdiameters, zuig- en perspunten, en de positie van het technisch palet staan uitgewerkt. Dat voorkomt verrassingen tijdens de uitvoering.
3. Luchtontvochtigingssystemen
Waar buiten de wind en zon veel werk doen, moet je binnen zélf het klimaat regelen. Een binnenzwembad zonder goede luchtbehandeling krijgt gegarandeerd last van:
- condens op ramen en koude elementen,
- schimmelvorming achter afwerkingen,
- roest en aantasting van constructie en installaties.
Belangrijke ontwerpvragen:
- Hoe groot is het wateroppervlak en hoe warm wordt het water?
- Hoe warmer en hoe groter het oppervlak, hoe meer verdamping en hoe zwaarder de ontvochtiger moet zijn.
- Hoe vaak en hoe lang wordt er gezwommen?
- Dagelijks trainen vraagt een ander systeem dan af en toe recreatief zwemmen.
Een goed ontvochtigingsconcept combineert:
- ontvochtiging op basis van berekende verdamping;
- luchttoevoer langs koude vlakken (ramen, gevels) om condens te vermijden;
- voldoende ventilatie met buitenlucht om luchtkwaliteit en geur goed te houden.
De keuze voor het systeem (wandunit, kanaalsysteem, integratie in WTW-installatie) wordt idealiter samen met een HVAC-specialist gemaakt, op basis van een specifiek binnenzwembad, geen standaard woonhuisberekening.
Wie meer wil weten over de totale impact van een klein binnenbad (energie, onderhoud, jaarlijkse kosten) vindt concrete rekenvoorbeelden in het blog “klein binnenzwembad: kosten, aanleggen en meer” op de Swimm-website.
4. Architecturale overwegingen
Tot slot bepaalt het architectonisch ontwerp of een Swimm binnenzwembad voelt als een volwaardige leefruimte, of als een “te warme technische doos achter in het huis”.
Belangrijk:
- Ruimtehoogte en volume
- Genoeg hoogte voor licht, akoestiek en een ruimtelijk gevoel.
- Een te lage, kleine ruimte wordt snel benauwd en vochtig aanvoelend.
- Constructieve opbouw
- Vloeren en wanden moeten ontworpen zijn op permanent hogere luchtvochtigheid.
- Vermijd koudebruggen en kies materialen die bestand zijn tegen chloorhoudende lucht.
- Daglicht en zichtlijnen
- Glazen puien naar tuin of patio maken het bad onderdeel van het huis.
- Tegelijk voorkom je grote koude vlakken zonder goede luchttoevoer: glas en klimaatinstallatie moeten samen worden ontworpen.
- Routing en gebruik
- Logische route: kleedruimte → douche → zwembad → douche → leefruimtes.
- Ruimte voor meubels, ligplekken en veilige looproutes rondom het bad (antislip, geen smalle richels).
Een architect die vroeg in het traject met Swimm meekijkt, kan het bad integraal meenemen in plattegronden, constructieve berekeningen en materiaalkeuzes – in plaats van het later “in te passen” in een al uitgewerkt plan.
Conclusie
Een Swimm binnenzwembad ontwerpen is vooral: alle disciplines vroeg aan tafel krijgen.
- Swimm brengt de technische randvoorwaarden in (kuip, stroming, techniek, fundering).
- De architect vertaalt dat naar een kloppende ruimte, constructie en uitstraling.
- De aannemer en installateur zorgen dat fundering, elektra en klimaat écht uitvoerbaar zijn.
Als die drie lijnen goed op elkaar zijn afgestemd, ontstaat een binnenzwembad dat:
- comfortabel en gezond aanvoelt,
- bouwkundig en technisch klopt,
- én jarenlang intensief gebruikt kan worden zonder gedoe.
FAQ
Vraag 1: Kan elk Swimm model binnen worden geïnstalleerd?
Ja. De kuip en stromingstechniek zijn in de basis hetzelfde voor binnen en buiten. Het verschil zit in alles eromheen: gebouw, fundering, klimaatinstallatie en vergunning. Daarom is het ontwerptraject bij binnenbaden uitgebreider dan bij buitenbaden.
Vraag 2: Wat zijn de belangrijkste punten in de ontwerpfase van een binnenzwembad?
Locatie van het bad, positie van de technische ruimte, routing van leidingen, ruimte voor een ontvochtiger en de constructieve opbouw (vloer, wanden, dak). Deze zaken moeten al in de eerste bouwtekeningen meegenomen worden.
Vraag 3: Heb ik altijd een vergunning nodig voor een Swimm binnenzwembad?
Ja. Omdat een binnenzwembad altijd een bouwkundige constructie (aanbouw, hal of overkapping) vereist, is een omgevingsvergunning verplicht. De architect regelt dit traject samen met de gemeente.
Vraag 4: Welke professionals moeten minimaal betrokken zijn?
Minstens: Swimm (zwembadtechniek), een architect (ontwerp en constructie), een aannemer/bouwer en een HVAC-/installatiespecialist voor ontvochtiging, verwarming en ventilatie. Bij complexe grond of fundering kan een geotechnisch adviseur nodig zijn.
Vraag 5: Hoe lang duurt het traject van ontwerp tot ingebruikname?
Dat hangt af van de omvang van het bouwproject. Een binnenzwembad zit vaak vast aan een verbouwing of nieuwbouw. Reken grofweg op:
- enkele maanden voor ontwerp, vergunning en detailengineering,
- daarna de reguliere bouwtijd van het gebouw,
- en in die laatste fase de plaatsing en inbedrijfstelling van het Swimm-bad zelf.

Heb je een vraag? We helpen je graag!
Bel ons op +31 (0) 411 745 005 of mail naar info@swimm.nl. Je kunt ook langskomen op ons kantoor in Boxtel. Je bent altijd welkom!
.png)

.avif)

